woensdag 25 november 2009

Het digitale loket

We hebben er lang aan gewerkt en nu is het zover... Vrijdag presenteer ik het digitale archiefloket. Ik heb ervoor gekozen om dit te doen op een typisch Oldambtster lokatie: museumboerderij Hermans Dijkstra. Het is een oude, imposante boerderij in Midwolda, met een Groninger slingertuin ervoor.

Het werd ook wel weer tijd voor een feestje. Anderhalf jaar geleden was het openeningsfeest van het CHC. Toen was er een overvolle zaal in de bibliotheek in Winschoten. Nu hoop ik op een volle zaal in Midwolda. Toen hebben de voorzitter, Gerard van den Broek, en ik het programma gevuld. Nu spreken Jona van Keulen, Yola de Lusenet en ikzelf. Een programma gevuld door vrouwen. Nelie zou trots op me zijn.

Jona en ik kennen elkaar al jaren. Zij heeft aan de wieg gestaan van mijn carriere als archivaris. We werken, sinds ik streekarchivaris ben, intensief samen. We hebben workshops georganiseerd over historisch onderzoek op het web. We hebben een archiefspreekuur gehouden in alle Oldambtster bibliotheken. We werken samen aan de Beeldbank in Groningen. En we hebben samen het digitale loket gemaakt.

Jona is hoofd publieksdiensten en rijksarchivaris bij de Groninger Archieven. Samenwerking met de Groninger Archieven ligt voor de hand. Alle archieven van voor 1811 liggen daar. Alles bij elkaar zijn dat meer strekkende meters dan de gemeentarchieven bij elkaar. Als ik de geschiedenis van het Oldambt wil promoten kan ik niet doen zonder de Groninger Archieven.

Met Yola ligt het anders. Vrijdag zien wij elkaar voor het eerst. We hebben elkaar vooral telefonisch gesproken. De aanleiding van onze gesprekken was haar onderzoek naar beeldbanken op Internet. Zij gaf mij in die gesprekken een interessant beeld van de invloed van Internet op erfgoedpresentaties. Ik heb heel geboeid naar haar zitten luisteren. Het is dus niet voor niets dat ik haar heb gevraagd om te komen.

Ik kijk uit naar vrijdag. Het wordt vast een mooie middag. Ik vertel nog wel hoe het was.

donderdag 19 november 2009

De randen van de Dollard

Ik had het eerder al beloofd: ik zou vertellen over de excursie 'langs de randen van de Dollard'. De dagen vooraf waren spannend. Niet omdat er iets niet geregeld was, maar om wat je niet kunt regelen: het weer. Er was een regenfront voorspeld met windstoten en andere narigheid. Uiteraard adviseren wij deelnemers in een brief om een paraplu mee te nemen en stevige schoenen aan te doen. Maar ja, als het stormt helpen paraplu's meestal maar kort tegen de regen.

Het viel allemaal gelukkig erg mee. Een paar druppels in Eexta, waar we uitstapten om de oude pastorie te zien. En in Termunten, de tweede uitstapplaats, een prachtige zon. Het was prachtig om te zien. We kwamen aanrijden vanaf Woldendorp. Vanaf de weg zie je de kerk (zie de foto) hoog boven de huizen staan. De zon scheen als een spotlight op de kerk. Mooier kan het haast niet.

De kerken alleen vertellen al een groot deel van het verhaal van het landschap. Veel kerken in het Oldambt zijn veel groter geweest. Waarschijnlijk waren ze allemaal zo groot en indrukwekkend als de kerk in Noordbroek. Toen de Dollard steeds meer land opslokte, gingen mensen weg. Dan wordt de kerk te groot. Aan de kerken in Termunten en Finsterwolde is nog duidelijk te zien dat er delen zijn afgebroken.

Andere kerken zijn verplaatst. Door de herhaalde inslagen van de Dollard werden dorpen bedreigd. De dorpelingen kozen ervoor om de huizen te verplaatsen. De kerk bleef eerst staan op de oude plek. Je breekt immers niet zo maar de plek af waar je voorouders liggen begraven? Pas als het echt niet anders kon, werd de kerk afgebroken en in het nieuwe dorp weer opgebouwd. Midwolda en Scheemda hadden zo'n kerk. Midwolda's kerk was enorm groot. Op oude kaarten wordt de kerk met vier torens wordt afgebeeld. De Midwolders hebben lang gewacht met de verplaatsing. Uiteindelijk was dat niet meer houdbaar. De kerk werd herbouwd op de hoogste plek in het nieuw dorp Midwolda.

Dan is er nog het verhaal van de nieuwe kerken. Aan het einde van de 16e eeuw begonnen de eerste inpolderingen van het kwelderland dat door de Dollard was gevormd. Het nieuwe land moest bewerkt worden. In de loop van de tijd kwamen er steeds meer polders bij. Daardoor kwam het werk op het land steeds verder van huis te liggen. De arbeiders bouwden een nieuwe nederzetting. Nieuw Beerta, Nieuw Scheemda en Nieuwolda zijn daar voorbeelden van. De afstand van het nieuwe dorp naar het oude was vaak zo groot dat kerkgang wel heel tijdrovend werd. De nieuwe dorpen wilden een eigen kerk. De oude dorpen waren daar tegen. Ze zouden minder inkomsten hebben als een deel van de kerk zijn eigen weg ging. Zo kreeg het Oldambt zijn heel eigen kerkstrijd. Uiteindelijk was de ontwikkeling niet te stuiten en kregen de nieuwe dorpen natuurlijk hun eigen kerken.

Er is nog veel meer verteld door Jan Pieter Koers tijdens de excursie. Dijken, inklinkende polders, kolken en opgravingen zijn voorbij gekomen. Ik laat het hier eerst bij. Wat ik afgelopen zaterdag geleerd heb gebruik ik vast nog wel een keer in één van mijn verhalen.

woensdag 18 november 2009

Programma 2010

Vanmiddag heb ik de eerste opzet met de vrijwilligers besproken. Wat gaan we doen in 2010? Natuurlijk gaan we nog even verder met 500 jaar Oldambt. Er komen nog drie sets van een lezing, een excursie en een tentoonstelling. Boerderijen, waterstaat en verkeer en vervoer, dat zijn de onderwerpen.

Dan is er 'beelden bij de thee'. Iedere eerste vrijdag van de maand een dialezing. Ik heb wel ideeen voor onderwerpen, maar ik hoor het ook graag van anderen. Iemand een idee? Mail me dan: chcoldambt@gmail.com. Ik ben beniewd.

donderdag 12 november 2009

Oldambt in herfstkleuren

Tijdens de speurtocht naar illustraties bracht ik een bezoek aan het gemeentehuis in Reiderland. Ik wilde een verslag van een raadsvergadering hebben. De raadsvergadering waarin de burgemeester ervan beschuldigd werd een 'Hittler' te zijn. De overlevering van zulke gebeurtenissen is nog wel eens wat sappiger dan het verslag. Ik wilde weten hoe de vergadering was vastgelegd.

Dit stuk was niet het enige dat ik zocht. Ik had nog een zoekopdracht bij me. Anton Tiktak zocht stukken van de arbeidersopstand in 1929. Daarover hangt in de archieven van Finsterwolde een oorverdovende stilte. Eén keer, in mei, vergadert de raad over vermeende belangenverstrengeling van de burgemeester. Daarna bestaat de opstand niet meer in de notulen; niet in die van de raad, niet in die van B&W. Zelfs in de correspondentie ontbreekt ieder spoor. Stilte zegt vaak wel wat, maar is zo moeilijk te verstaan......

Ik bracht nog een tijdje in de archiefbewaarplaats rond en vond in het voorbijgaan de stukken van de Nortonpomp bij Ekamp. Er zijn mensen die die stukken al jaren willen hebben. Het leek een mooie dag te worden.

De terugweg ging langs de oude kerk van Beerta, een prachtig plaatje. Herfst in Beerta, dat moet ik even laten zien.

zondag 8 november 2009

Geschiedenis bij kaarslicht

Het kerkje in Oudeschans. Veel mensen kennen het van de concerten die er al jaren gegeven worden. Het is een mooi plekje in het Oldambt. Groene banken staan aan weerszijden van een tamelijk smal gangpad. Hier en daar is een kandelaar op de banken geschroefd. Voor bij de preekstoel staan gekrulde herenbanken.

Achterin de kerk is een verhoging. Daar staan stoelen. Toen ik dat voor het eerst zag, ging mijn fantasie gelijk aan de slag. Ik zag het al voor me: de mannen van hoogste rang in de herenbanken, in de groene banken de minder goden en achterin op de verhoging het voetvolk. Dat past toch prima in een hierarchische samenleving van een vesting.

Meneer Edens, lid van de activiteiten-commissie, hielp mij snel uit de droom. Het is heel anders. De pastorie en de kerk vormen samen een gebouw. Een dominee wilde ooit een kelder hebben. Die is aangelegd onder de verhoging. Tja, de praktijk wil ook wat.

We waren in Oudeschans voor een lezing over landschapsgeschiedenis en archeologie. Met historische kaarten, luchtfoto's, hoogtekaarten en foto's van het landschap vertelde Francien van Soest over de ontwikkeling van het Oldambt. Ik had nooit gedacht dat de bodem zo bepalend kon zijn voor de inrichting die we kiezen.

Ze maakte ook heel mooi duidelijk wat landschap nu eigenlijk is. Eerst heb je de bodem. Dan komen de mensen. Zij richten het land zo in dat ze er kunnen leven. Ze zorgen dat het water wordt afgevoerd. Ze bebouwen het droog geworden land en zetten er huizen op. Ze leggen wegen aan voor het vervoer. Tel je dat bij elkaar op, dan heb je het landschap.

De mensen hebben zo door de eeuwen heen het landschap gebruikt. Met Henny Groenendijk keken we onder de grond, om te zien wat onze voorgangers in het Oldambt hebben achtergelaten. Dat was niet niks. Natuurlijk is dat te zien aan de kerken die nu nog in de regio staan. De steenhuizen moeten ook indrukwekkend zijn geweest.

Hoe lang geleden ook, mensen blijven mensen. De voorbeelden van onverwachte vondsten maakten dat wel duidelijk. Anderom geldt het ook. Waar de archeoloog een grote verzameling vondsten verwacht is de grond soms maagdelijk schoon. Frustrerend en herkenbaar. Welke onderzoeker heeft nou nooit meegemaakt dat hij hoopvol begon in een boek of een archief en daar niet aantrof wat hij dacht te vinden. Het hoort erbij. Misschien maakt het de momenten dat je wel iets vindt wel waardevoller.

We moeten vooral blijven graven en kijken. Zo komen we met elkaar hopelijk het dichtst bij het 'wie es eigentlich gewesen'.