vrijdag 26 februari 2010

90 jaar Gemeentebelangen

Bij het ontstaan van de nieuwe gemeente is een oude partij verdwenen. Bijna 90 jaar heeft de partij bestaan. Op 27 maart 1919 de Vereeniging tot bevordering (of behartiging) der gemeentebelangen in Finsterwolde opgericht. Op 31 december heeft de partij zichzelf opgeheven. En het archief gaat naar het CHC.

Het oudste stuk is een kasboek dat direct begint in 1919. Financieel gezien was het geen goed jaar. Er waren 38 leden die ieder één gulden contributie betalen. De uitgaven waren veel hoger dan de inkomsten: ƒ68,25. Veel van uitgaven waren voor PR: advertentiegeld, strooibiljetten en kandidatenlijsten. De advertenties kwamen in de Oldambtster en de Nieuwe Winschoter Courant. In 1920 ging het al beter. Er was een batig saldo van maar liefst ƒ2,51.

Uit de inkomsten blijkt steeds het ledental. In de jaren twintig schommelde dat tussen de 35 en 40 leden. In de crisistijd daalde het gestaag tot 26 in 1939. In de Tweede Wereldoorlog zijn geen aantekeningen gemaakt. Daarna wordt het ledental meer dan verdubbeld naar 70.

Iets later dan het kasboek begint het notulenboek van de vereniging. Het is een schrift met een harde, paars-zwarte kaft en een zwarte rug. Het ligt behoorlijk uit elkaar. Dat is te verwachten voor een schrift dat tot 1988 in gebruik is geweest.

Ik ben nieuwsgierig naar 1929. Dat was een jaar van grote onrust in het Oldambt. De grootste landarbeidersstaking ooit vond hier toen plaats. Ik ben benieuwd of erover vergaderd is. Helaas, het blijft bij een zeer uitvoerige discussie over schoolvoeding. De heren partijleden waren voor schoolvoeding, als het maar 'alle deelen serieus werd uitgevoerd. Het blijkt helaas maar al te vaak, dat in het verstrekken van melk, boterham, enz. aan veelen, de bedoeling van deze toediening verre te buiten gaat. Vooral als men hoord dat kinderen worden gevoedt waarvan de ouders koeien op de stal hebben en varkens in 't hok.' En dat kan natuurlijk niet.

We gaan de archiefstukken beschrijven en scannen. Daarna worden ze zichtbaar via ons archiefloket.

woensdag 10 februari 2010

Mijn lievelingsvenster

We hebben de lijst compleet. 40 Vensters voor de geschiedenis van het Oldambt. Er zijn wat vrijdagmiddagen in gaan zitten, maar het was de moeite waard. De vensters zijn weer in raamwerken (thema's) gezet. Nu is het moment gekomen om ons idee voor te leggen aan andere kenners van de geschiedenis van het Oldambt. We zullen zeker opmerkingen en misschien kritiek krijgen. Dat hoort er bij. Eén ding weet ik nu al zeker: mijn lievelingsvenster mag onder geen beding uit de canon.

Ik moet bekennen dat ik nogal dol ben op een dominee. De goede man preekte in de achtiende eeuw in Midwolda. Wilhelmus Schortinghuis was zijn naam. Hij was één van de grootste voormannen van het piëtisme.

Toen hij predikant was in Weener, voordat hij naar Midwolda kwam, had hij een bekeringservaring. Hij behoorde daardoor kennelijk tot de uitverkorenen. Op zijn veertigste schreef hij een boek over zijn theologische inzichten: Het innige christendom. Hij laat daarin mensen met elkaar praten uit alle ontwikkelfases van het geloof, van een ongelovige tot een uitverkorene. Meelezend met het gesprek leerde de lezer de waarheid over zijn eigen onbekwaamheid tegenover zijn Schepper. Schortinghuis beschreef die in de 'vijf nieten': ik wil niet, ik kan niet, ik weet niet, ik heb niet en ik deug niet.

Het boek deed veel stof opwaaien. Het was te gevoelig. Gelovigen geloven immers op basis van de Bijbel? Toch was de eerste druk van het boek al in vier maanden uitverkocht. Wat mij boeit is de belangstelling die er eeuwenlang voor het boek geweest is. De laatst bekende druk is van 1981. Ik hoop dat weinig mensen het inhoudelijk met Schortinghuis eens zijn. We kunnen wel stellen dat hij iets duurzaams heeft bijgedragen aan de theologische literatuur.

En dat is mij wel een venster waard.

vrijdag 5 februari 2010

Wiede leegte mit daipte

Het lijkt alsof je met deze film langzaam het land inloopt. De beelden zijn wat mistig. Kwelders, de dijk, de grond die wordt omgeploegd. Dan komt het verhaal van Oterdum, het dorp dat weg moest voor de industrie van Delfzijl. Een vrouw luistert geëmotioneerd naar het orgel dat uit de oude kerk komt. We zien zwart-wit beelden van de sloop van het dorp. De film gaat verder langs de landbouwgeschiedenis, het ontstaan van het landschap en de visserij. Mooie verhalen zijn het en grappige anekdotes. De zaal lacht om de zingende visser en de schoolmeester die vertelt over de stank bij het garnalen drogen. En dan de prachtige muziek!

In de pauze en na de film komt het gesprek automatisch op wat er toch moet gebeuren met het verval van het Oldambt. Het publiek vindt het treurig. Er moet toch iets aan gedaan worden. Ik weet dat het waar is: oude boerderijen storten in en nieuwe komen op plaatsen waar ze historisch niet thuis horen. En we zijn lang niet allemaal even tevreden met de Blauwe Stad. Toch heb ik moeite om me op het verval te concentreren: de beelden van de akkers, de dijken en het water zijn zo mooi....

Het is maar goed dat anderen hun focus hebben gericht op het behoud van het landschap. Ik besef dat het nodig is, maar één ondergaande zon bij Nieuwe Statenzijl en ik ben al weer afgeleid door de schoonheid van het Oldambt. De Stichting Landschap Oldambt doet werk waar ik helemaal achter sta. Ik schijf en zeg dat zo vaak ik kan, maar echt behulpzaam zal ik ze niet kunnen zijn. Ik kijk te graag en misschien te snel naar de mooie kanten van het land.

Gelukkig zijn die er ook nog genoeg.....