donderdag 10 oktober 2013

9 oktober 1913 - Een zwerver wordt opgenomen (vervolg)

Lammert Dieterman, drie dagen eerder krankzinnig verklaard, zit veilig in Groningen. De burgemeester van Finsterwolde, E. Braak heeft nu het probleem van het geld voor de verzorging en het vervoer. De Armenwet schrijft voor dat de gemeente waar iemand woont de kosten moet dragen. Bij een zwerver als Lammert is het lastig te bepalen welke gemeente dat is. Braak wil niet dat zijn gemeente opdraait voor de kosten omdat Lammert bij zijn broer is geweest.


Lammert is gevonden in de Kerkhovenpolder en die valt onder de gemeente Termunten. Hij had daar moeten blijven en verzorgd moeten worden door het Armbestuur daar. Boer Brouwer heeft hem over de gemeentegrens gebracht bij zijn broer. De burgemeester wil er kennelijk niet nog een armlastige bij. Hij stuurt een brief naar de provincie waarin hij dit uitlegt:

Het komt mij niet onwaarschijnlijk voor dat, aangezien hy in den laatsten tyd dakloos rondzwervende was, naar ik hoorde in Duitschland moet hebben vertoefd, geen woonplaats van hem is te vinden. 
En aangezien zyn daaroe verplichte bloedverwanten niet tot de betaling van de kosten zyner verpleging in staat zyn, kan het zyn dat, zoo zyn plaatsing in een geneeskundig gesticht voor krankzinnigen nodig blykt, de kosten zyner verpleging volgens art. 39 der Armenwet zullen behoren te komen ten laste van 's Ryks kas, evenals de door my voorgeschoten kosten wegen zyn overbrenging naar Groningen, tenzy de laatste bedoelde kosten ingevolge art. 40 der Armenwet behooren te worden gedragen door de gemeente Termunten, als zynde de gemeente vanwaar hy in behoeftige toestand naar hier is overgebracht.
Ik ben zoo vry U.H.E.G. beleefd te verzoeken my wel te willen mede deelen wat my in deze aangelegenheid thans weder te doen staat, zoowel ten aanzien van de verdere zorg voor den lyder, als ten opzichten der daaruit eventueel voortvloeiende en reeds gemaakte kosten.

Om duidelijkheid te krijgen over de betaling voor Lammert, schrijft Braak een brief aan de gemeente Termunten. Een dag later vertelt de burgemeester van Termunten zijn kant van het verhaal. Brouwer was bij hem langs gekomen over de kwestie rond Lammert. Hij had van Braak gehoord dat Lammert niet in het bevolkingsregister van Finsterwolde staat. Daarom is hij naar de burgemeester van Termunten gegaan. Hij wil huisvesting voor Lammert, die zijn neef blijkt te zijn: de zoon van zijn zus Harmke. Zelf wil hij hem niet huisvesten.

De burgemeester van Termunten was ziek toen Brouwer bij hem op bezoek komt. Hij kon niet direct helpen. Brouwer en hij spraken af dat hij zo snel mogelijk met een oplossing komt. In de tussentijd was een plek bij zijn oom en grootmoeder, die kennelijk bij haar zoon woont, de beste optie. Een dag later ging de veldwachter kijken maar toen was Lammert al bij zijn broer in Ganzedijk. Braak beantwoordt de brief een dag later. Hij vertelt dat hij Gedeputeerde Staten heeft gevraagd om duidelijkheid.

Die duidelijkheid komt al snel, op 10 oktober. GS vraagt Finsterwolde om de kosten te dragen, zolang de woonplaats van Lammert nog niet is bepaald. Finsterwolde gaat akkoord, maar vraagt of Lammerts zorg betaald kon worden door het Rijk. Een maand later herhalen burgemeester en wethouders de vraag aan GS. En kort daarna komt het antwoord: het ministerie betaalt de kosten.

De vraag blijft hoe het met Lammert verder ging. Dat vertel ik in het slot op 11 oktober.